Instrument (1) for measuring the position of the lower jaw provided with a top (2) and a bottom (4) bite fork, that are individually adapted to the upper (19) and lower (20) tooth arch of a patient, that are optionally individually adjustable through the use of attachment pieces that adjust the thickness of the bottom and/or top bite fork to the needs of the examination and/or the characteristics of the patient, whereby the top (2) and bottom (4) bite fork are each provided with an extension (5, 11) that extends in a horizontal plane in front of the teeth of the patient with the instrument (1) in the mouth, so that the extensions (5, 11) are outside the mouth of the patient, and whereby these extensions enable the bite forks (2, 4) to move with respect to one another in the horizontal movement plane, while the instrument is placed in the mouth of the patient, and enables the relative position of the bite forks and thus the relative position of the upper and lower tooth arch (19, 20) to be registered outside the mouth of the patient.Instrument (1) voor positiemeting van de onderkaak voorzien van een bovenste (2) en een onderste (4) bijtvork die individueel aanpasbaar zijn aan de bovenste (19) en onderste (20) tandenboog van een patiënt, daardoor gekenmerkt dat de bovenste (2) en onderste (4) bijtvork elk voorzien zijn van een verlenging ( 5,11) die zich in een horizontaal vlak uitstrekt vóór het gebit van de patiënt met het instrument (1) in de mond, zodat de verlengingen (5,11) zich buiten de mond van de patiënt bevinden, en woorbij deze verlengingen toelaten de bijtvorken (2,4)ten opzichte van elkaar te verschuiven in het Jczff.lO horizontaal bewegingsvlak, terwijl het instrument in de mond van de patiënt geplaatst is, en toelaat de relatieve positie van de bijtvorken en dus de relatieve positie van bovenste en onderste tandenboog (19,20) te registreren buiten de mond van de patiënt.
