A floor element 3 for a stall floor 1 is provided with a tread 5 and a pattern of slots therein for discharge of urine. The pattern of slots has slots head 7, which in parallel to each other and to the sides 15, 17 are of the floor element, and between the main grooves present on the cross slots 9 that flow in the main slots. The main grooves 7 extend from the center to both ends 11, 13 off. The transverse slots 9 run from the center of the transverse slots down to the main slots. The transverse grooves 9 are at an angle with respect to the main slots 7, in which alternately two adjacent transverse grooves, from the main grooves toward one another and run away from each other. Of at weerszijde of the hoofdsleuven 7 opposite each other are visible pairs of dwarssleuven 9 run the dwarssleuven of a couple 8 from the hoofdsleuf toward one another of the pair 10 from the tegenoverliggende hoofdsleuf away from each other.Een vloerelement 3 voor een stalvloer 1 is voorzien van een loopvlak 5 en een daarin aanwezig sleuvenpatroon voor afvoer van urine. Het sleuvenpatroon heeft hoofdsleuven 7, die parallel aan elkaar en aan de zijden 15, 17 van het vloerelement zijn, en tussen de hoofdsleuven aanwezige dwarssleuven 9 die in de hoofdsleuven uitmonden. De hoofdsleuven 7 lopen vanaf het midden naar beide uiteinden 11, 13 af. De dwarssleuven 9 lopen vanaf het midden van de dwarssleuven naar de hoofdsleuven af. De dwarssleuven 9 staan onder een hoek ten opzichte van de hoofdsleuven 7, waarbij afwisselend twee naburige dwarssleuven vanaf de hoofdsleuven naar elkaar toe en van elkaar af lopen. Van aan weerszijde van de hoofdsleuven 7 tegenover elkaar aanwezige paren van dwarssleuven 9 lopen de dwarssleuven van een paar 8 vanaf de hoofdsleuf naar elkaar toe van het tegenoverliggende paar 10 vanaf de hoofdsleuf van elkaar af.